09 maart 2024

Obsessies

Anderhalf jaar geelden las ik acher elkaar twee romans van Irvin D. Yalom, waarin steeds een filosoof centraal stond: Het raadsel Spinoza en De Schopenhauerkuur. Zie hier de weblog waarin ik beide boeken bespreek. Geen meesterwerken, maar wel boeken waarin je een goede indruk van die filosofen krijgt. Yalom schreef nog een derde roman over een andere filosoof dus die las ik nu ook: Nietzsches tranen. Roman van een obsessie. In deze roman hebben Friedrich Nietzsche en de briljante en succesvolle Weense arts Josef Breuer, mentor van de jonge Sigmund Freud, in het najaar van 1882 lange gesprekken waarin de aanleiding - de wankele geestesgesteldheid van Nietzsche - gaandeweg kantelt en overgaat in de problemen van de aanvankelijk zo stabiel ogende Breuer. De overgrote meerderheid van de roman bestaat uit dialogen, soms zeer (te) filosofisch. Maar toch boeit het boek. Eigenlijk maakt juist de als romanpersonage opgevoerde Freud het verhaal extra interessant: je lijkt als lezer naast de wieg van de psychoanalyse te staan. Overigens: Nietzsche en Breuer hebben elkaar in het echt nooit ontmoet, dus alles is fictie. Bepaald geen pageturner, en zeker geen must-read, maar toch ook een goed begin van het nieuwe leesjaar.

24 februari 2024

Compost

Ik heb een royaal stuk land bij mijn Portugese huis, alsook een moestuin. En een compostbak, ergens halverwege dat grote terrein. Daar stortte ik tot voor kort alleen onkruid en gemaaid gras in, maar een poosje geleden kocht ik een emmertje waarin ik groenteafval uit de keuken doe, en als dat emmertje vol is leeg ik het in die compostbak. Dat gebeurt zo elke maand. Ik deed dat eind december ook, en las later die dag een verhaal in het laatste boek van het jaar 2023: Calypso, een verhalenbundel van David Sedaris. En las opeens deze zin: Thuis ga ik iets nuttigs doen wanneer het horloge zegt dat ik moet opstaan - de groenafvalemmer in de compostbak legen of wat overhemden aan de waslijn hangen. Bij de uitgeverij waar ik al jaren voor werk gaven we enkele jaren een boek uit van een hooggeleerde wiskundige: Toeval bestaat niet. Zou het? Groenafvalemmers legen in de compostbak doe je niet dagelijks, gesteld dat je überhaupt een compostbak en een groenafvalemmer hebt, en ook nog boeken leest. Ik las van David Sedaris ooit eerder een boek, in 2002 zijn verhalenbundel Naakt. Daar vond ik weinig aan, maar na wat positieve berichten over latere boeken van deze Amerkaan besloot ik weer eens iets van hem te lezen. Calypso is een autobiografisch getinte bundel met frisse beschouwingen over alledaagse zaken. Het boek leest vlot weg; altijd leuk om te lezen hoe iemand met ironische blik tegen zijn eigen even aankijkt. Vooral de scherpe dialogen tussen familieleden zijn vermakelijk. Ik ga wat meer boeken van hem in huis halen.

15 februari 2024

Zoektocht

Ik schreef al eerder dat ik mezelf weleens tekort doe door niet mee te doen aan het lezen van boeken die wat verkoop betreft opeens heel succesvol zijn. Ik weet niet waarom dat is; zeker niet uit afkeer van bestselling boeken. Waarschijnlijk vooral omdat ik zoveel andere boeken op mijn lijst heb staan. Enfin, Nachttrein naar Lissabon van de Zwitserse schrijver Pascal Mercier was zo'n hype. Het verscheen in 2004; ik las nu de 53ste druk van de Nederlandse vertaling. Je verwacht bij zo'n succes een makkelijk leesbare pageturner, maar dat is dit boek allerminst. De hoofdpersoon is een wat saaie leraar klassieke talen in het Zwitserse Bern, en na een korte mysterieuze ontmoeting met een onbekende vrouw stapt hij in de trein naar Lissabon om alles te weten te komen over de Portugese arts Amadeu de Prado, van wie hij door die vrouw een boekje met bespiegelingen in handen gedrukt kreeg. In enkele weken ontmoet hij allemaal sleutelfiguren uit het leven van De Prado, deels uit de periode van de Salazar-dictatuur waartegen De Prado en die figuren in het verzet zaten. Deze roman biedt een mengeling van nog meer filosofische bespiegelingen van deze arts, van ontmoetingen met die sleutelfiguren die over De Prado vertellen en over de tijd waarin hij leefde. Een uitermate mooi combinatie, al vond ik de 'citaten' uit De Prado's werk soms moeilijk te volgen. De couleur locale van de Portugese hoofdstad is daarentegen prachtig opgetekend, de gesprekken met de familieleden en vrienden van de Prado zijn erg indringend. Allesbehalve een pageturner, maar een rijke roman, terecht bestselling!

31 januari 2024

Cirkel

Ik besloot al vroeg op de middelbare school dat ik leraar Nederlands wilde worden. In schooljaar 1983-1984 zat ik in de eindexamenklas van het Atheneum en in oktober hielden de universiteiten hun open dagen voor de aankomende eerstejaars. Met mijn vader bezocht ik op twee zaterdagen de open dag in Utrecht en Leiden. Utrecht was een rommelige toestand, en in Leiden was alles strak georganiseerd. Er was ook een 'voorbeeld-hoorcollege', in de grootste collegezaal van het collegezalengebouw net buiten de stad. En dat werd nota bene gegeven door een hoogleraar van mijn studie Nederlands; het had net zo goed door een hoogleraar Natuurkunde, Arabisch of Rechten gegeven kunnen worden. En daar beneden stond hij: Frits van Oostrom, hoogleraar Middelnederlandse letterkunde, 30 jaar oud, en hij hield een uur lang de honderden aanwezigen (middelbare scholieren en hun ouders) ademloos gevangen in een boeiend verhaal getiteld 'Reynaert de Vos door de eeuwen heen'. Na afloop was er geen twijfel mogelijk: ik zou in Leiden gaan studeren. Het werden vijf prachtige jaren. Inderdaad: je studiejaren behoren tot de mooiste tijd van je leven. Van Van Oostrom kreeg ik met name in het eerste jaar nog vele hoorcolleges, ook al koos ik later een andere richting dan de Middelnederlandse letterkunde. Hij zat bij mijn afstuderen - in het Academiegebouw aan het Rapenburg - wel de eindexamencommissie voor. Van Oostrom ging kort geleden met emeritaat (hij is nu 70), en als soort van afscheid publiceerde hij een boek over het onderwerp waar hij zijn hele carrière gefascineerd door was: De Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk. Het is een prachtig boek waarin Van Oostrom alle facetten van de Reynaert belicht: de vele versies (het door Willem ergens halverwege de dertiende eeuw geschreven manuscript is vooralsnog onvindbaar, maar wel in varianten overgeleverd), de belangrijkste tekstbezorgers ervan, de context, een gedetailleerde analyse van verhaal en tekst, enzovoort. En bovendien een eigen nieuwe teksteditie. Van Oostrom schrijft prachtig, de eruditie spat van de pagina's, en toch ook is dit geen gemakkelijk boek om te lezen. Maar waarom zou het dat moeten zijn? Een boek om aandachtig en zonder haast te lezen. Je wordt als lezer getrakteerd op oneindig veel moois.

18 januari 2024

Succes

Ik had nog niet eerder van Mano Bouzamour gehoord, maar kreeg een poosje terug zijn tweede roman Bestsellerboy uit 2018 cadeau. Het leest als een trein en is zeer boeiend. Bouzamour, geboren in 1991, groeit op in de Amsterdamse Pijp, en is enerzijds een straatmarokkaan, anderzijds gaat hij naar het gymnasium en interesseert hij zich voor literatuur. In 2013 verschijnt zijn debuutroman De belofte van Pisa, en dat wordt een enorm succes. Dat boek heb ik volledig gemist, maar deze tweede roman gaat over het voltooien en verschijnen van dat debuut, en het enorme succes daarvan. Er is ook een keerzijde: door die debuutroman wordt hij door zijn conservatieve ouders op straat gezet en verstoten door zijn Marokkaanse straatvrienden. Bouzamour beschrijft alles met grote vaart en het is tegelijkertijd een heel originele roman: ik ken geen andere roman waarin over zo'n droomdebuut wordt geschreven. Liefhebbers van het uitgeefwereldje (zoals ik) smullen van de passages waarin de ik-figuur contact heeft met Mai Spijkers, zijn uitgever. Bouzamour beheerst het vak: zowel de naam van de auteur (de ik-persoon) als de titel van dat debuut zijn anders dan in werkelijkheid. Je mag zo'n roman dus nooit als volledig autobiografisch cq waargebeurd lezen. Dat debuut heb ik onlangs laten overkomen uit Nederland en ga ik spoedig ook lezen.

06 januari 2024

Hernieuwd

Ik las ooit al een aantal boeken van Adriaan van Dis, maar de laatste keer, en enige in deze leeslog besproken, in 2008, was Indische duinen (zie hier de weblog). Afgelopen zomer verscheen een nieuwe roman van hem en ik liet dat door vrienden uit Nederland meenemen. naar zachtheid en een warm omhelzen (zonder hoofdletters) is een mooi, poëtisch verhaal over een jongen die vlak na de oorlog een tijdje bij zijn grootvader gaat wonen, die een huishoudster 'voor dag en nacht' heeft: Ommie. In haar vindt de jongen (Adriaan) iemand met wie hij voor het eerst nauwe verbondenheid voelt. Het is een intieme,  kleingehouden, ik zou haast zeggen impressionistische roman, een verzameling indrukken die samen meer zijn dan de som der delen. Goed gedaan, dus ik wilde meteen meer. Er stonden meer bezoeken op het programma, dus werd Vijf vrolijke verhalen meegebracht, een bundel verhalen uit 2021. Je moet meteen denken aan Tien vrolijke verhalen van Gerard Reve, en voor zover ik me daarvan iets herinner is er wel enige verwantschap: niks om te lachen, maar ook lichtvoetig, geraffineerd, fraai verhalend. Van Dis plakt je niet keihard achter het behang, maar doet je wel doordenken lang nadat je de laatste pagina gelezen hebt. 

28 december 2023

Verleden

De nieuwste roman van Tommy Wieringa werd in de NRC neergesabeld, maar Nirwana verdient dat geenszins. Een van mijn eerste weblogs in november 2005 (!) ging over Joe Speedboot (zie hier) en een betere roman schreef Wieringa sindsdien niet meer. Ik las veel van hem, zie de auteursindex hiernaast, en gelukkig kreeg ik zijn laatste roman onlangs cadeau van bezoekende vrienden. Ik las Nirwana met plezier. Een meesterwerk is het geenszins, het had stellig korter en kernachtiger gekund. Maar het is wel een vloeiend geschreven en boeiend verhaal over een rijke familie met een oorlogsverleden, inclusief een romanpersonage genaamd Tommy Wieringa die niet bepaald een positieve indruk achterlaat. Wieringa (de auteur van dit boek) knoopt veel lijnen aan elkaar zonder dat het te zwaar of te bedacht wordt, en dat is een verdienste. Bij Harry Mulisch zou zoiets allemaal zijn. Wieringa blijft een schrijver die het verdient gelezen te worden.

06 december 2023

Afrekening

Na de zwaargewichten van Etty Hillesum (hier) en Harry G.M. Prick (hier) las ik in drie dagen Hoe vermoord ik mijn familie, de debuutroman van de Engelse journaliste Bella Mackie. Ogenschijnlijk geen boek voor onder de glazen salontafel als er familiebezoek is, maar het is een uiterst origineel, grappig en ingenieus verhaal dat het succes in Engeland (meer dan 1 miljoen verkocht, volgens het omslag) alleszins begrijpelijk maakt. De ik-persoon vertelt het verhaal vanuit de gevangenis, waar ze vastzit voor een moord die ze juist niet gepleegd heeft terwijl ze wel enkele andere moorden op haar geweten heeft. Die pleegde ze uit wraak voor het feit dat haar stinkend rijke vader na de one night stand met haar moeder niets meer met haar moeder en haarzelf (als 'product' van die one night stand) te maken wilde hebben. Ze pleegt die moorden op de familie van vaderskant op uiterst ingenieuze wijze, neemt voor iedere moord ruim de tijd, bereidt deze goed voor. Het slot is even ingenieus als onverwacht. Mackie weeft flink wat maatschappijkritiek in haar verhaal, en ze kent haar klassiekers: dit is geenszins eendimensionale chicklit, of iets vergelijkbaars. Zeer aanbevolen.

19 november 2023

Inlossing (1)

In de vierde en vijfde klas van de havo op het Bernardinuscollege in Heerlen had ik een bevlogen leraar Nederlands, Jacques Kersten, over wie ik ooit een mooie herinneringsbundel las (zie hier de weblog). Ergens tijdens deze twee schooljaren, waarschijnlijk toen ik in de vijfde zat (schooljaar 1981-1982) noodde Kersten ons aanwezig te zijn bij een lezing van een kenner van het leven en werk van een van de Tachtigers: Lodewijk van Deyssel. En zo fietste ik op een doordeweekse avond na het avondeten terug naar school om die lezing van een zekere Harry G.M. Prick bij te wonen. Het werd een gedenkwaardige avond. Prick bleek een hoogstaanstekelijk verteller: volzinnen per strekkende meter, uitermate grappig en bevlogen... we hingen aan zijn lippen. Prick vertelde over het leven van Van Deyssel, en bij de pauze, zo ergens rond negen uur/half tien, was hij aanbeland bij het achttiende levensjaar van Van Deyssel. Aangezien Van Deyssel ruim in de tachtig is geworden, kon dat dus nachtwerk worden. Dat werd het niet, maar die avond staat in mijn geheugen gegrift, en toen ruim vijftien jaar later de tweedelige biografie over Van Deyssel van de hand van Prick verscheen, nam ik me voor die ooit te gaan lezen. Tweedehands zijn die twee vuistdikke boeken makkelijk vindbaar, en vorig jaar kocht ik ze voor tezamen 35 euro. Naast Het verzameld werk van Etty Hillesum (zie hier) was het eerste deel van deze biografie In de zekerheid van eigen heerlijkheid. Het leven van Lodewijk van Deyssel tot 1890 het tweede grote leesproject dit jaar; ik deed er een klein half jaar over. De naam Lodewijk van Deyssel is een pseudoniem voor Karel Alberdingk Thijm, geboren in 1864, jongste zoon van de grote katholieke voorman Josef Alberdingk Thijm. De architect Pierre Cuypers (o.a. Rijksmuseum en Centraal Station in Amsterdam) was een oom van Karel, de componist Alphons Diepenbrock een neef. De jonge Karel was een lastpak, stond voortdurend (zoals Godfried Bomans zou zeggen) in gespannen verhouding met het ouderlijk gezag, werd naar het seminarie Rolduc gestuurd maar bleek ook daar niet te handhaven, had als achttienjarige een verhouding met een in die tijd beroemde toneelspeelster van in de veertig, maar werd verliefd op de huishoudster van het ouderlijk huis aan de Keizersgracht, en trouwde haar uiteindelijk ook. Prick laat geen detail onbenoemd, vandaar dat dit eerste deel over Deyssels eerste 26 levensjaren, exclusief noten- en bibliografieapparaat, ruim 900 pagina's in beslag neemt, grote en dichtbedrukte pagina's bovendien. Maar: wat een ultiem leesgenot biedt dit boek! Harry G.M. Prick is een meester in - in mijn ogen - weelderig, grandioos, barok, vloeiend, ironisch-humoristisch, mooi, afgewogen etcetc. taalgebruik. Na twintig pagina's was ik doodop na zoveel prachtigs, vandaar dat ik zo lang over dit boek deed. Doodop, maar uiterst voldaan. Ik heb zo vaak moeten schateren om zoveel verrukkelijke zinnen. Voorbeeld: Van Deyssel moest na zijn huwelijk met de huishoudster uiteraard Amsterdam uit; ver weg van de roddel. Hij ging met zijn geliefde wonen in een huurhuis te Houffalize in de Ardennen. Over het eerste bezoek van zijn ouders werd uitgebreid gecorrespondeerd (of zoals Prick meermaals schrijft: men stond met elkaar in epistolair contact), en in die correspondentie werd uitgebreid geschreven wat moest worden meegenomen. Van Deyssels moeder was zeer strak in de katholieke leer, en aldus...: Veel geschrijf, over en weer, bracht ook de aanstaande logeerpartij met zich mee. Moeder kon eenvoudig niet buiten een voetenbankje, zodat er tot in het oneindige gedelibereerd werd over het al dan niet per bode vooruitzenden van het aan moeder meest dierbare voetenbankje en over het bijzonder onthand zijn gedurende de tijdsspanne tussen het vertrek van dit bankje en het zélf afreizen naar Houffalize. Het was weer Karel die er toen moeder op wijzen moest, dat zij nog over een tweede rieten voetenbankje beschikte, dat weliswaar door zijn onaanzienlijk voorkomen niet het bankje van haar voorkeur was en dan ook op zolder een verborgen leven leidde, maar dat nu toch uitmuntend geschikt leek om per bode vervoerd te worden, en wel in het gezelschap van een prie-Dieu, een zwarte bidstoel met fraai geornamenteerd familiewapen, zonder welke bidstoel het de moeder blijkbaar niet mogelijk was zich tot haar Heer en Schepper te richten. Ja, kom er maar om tegenwoordig, zulke passages lees je zes keer voor ultiem plezier, en het staat er vol mee op bijna iedere bladzijde van dit 900-pagina's dikke boek... Tenslotte: Prick las als tiener (tijdens de oorlog) alles van Van Deyssel, raakte in de ban van hem, en durfde het aan in epistolair contact met Van Deyssel te treden, en dat leidde ertoe dat Van Deyssel - in de tachtig - de jongeling Harry G.M. Prick aanwees als zijn biograaf. Van Deyssel overleed in 1952, dit eerste deel van de biografie verscheen in 1997. Levenswerk van de beste soort. In 2024 lees ik stellig het tweede deel over de resterende zestig jaar van Van Deyssels leven. Ik verheug me er enorm op, vooral vanwege de onnavolgbaar grandioze schrijfstijl van Harry G.M. Prick. 

28 oktober 2023

Overtuiging

Ieder jaar heb ik wel een dik moeilijk boek waar ik langere tijd over doe. Vorig jaar was dat een vuistdikke biografie van Verdi (zie hier de weblog). Dit jaar zijn dat er twee, om te beginnen Het verzameld werk van Etty Hillesum. Ik las nog nooit iets van haar. Nu alles - of in elk geval tot nu toe boven water is gekomen - in een uitgave verzameld is, wilde ik me in een keer van deze tekortkoming ontdoen. Dit verzameld werk bevat bijna 600 pagina's aan dagboeken, en vervolgens ruim honderd pagina's brieven. Hillesum begon in 1941 haar dagboek, op aanraden van de Duitse handlezer Leo Spier die vlakbij in Amsterdam-Zuid woonde. Met name de eerste helft van deze dagboeken zijn niet eenvoudig. Hillesum filosofeert erop los, en citeert lange stukken in het Duits uit de boeken die ze leest (met name Rilke). Ook gesprekken met Spier noteert ze in het Duits. Deze stukken hadden wat mij betreft achterin in het boek in vertaling opgenomen mogen worden. Wanneer Hillesum vrijwillig naar Westerbork gaat worden de dagboeken steeds beklemmender. Ze is in dienst van de Joodsche Raad en kan wanneer ze wil terug naar Amsterdam. Maar ze gaat ook steeds weer terug naar Westerbork, waar ze het leed van de (tijdelijke) kampbewoners wil verzachten. Over haar overtuiging dat ze niet wil onderduiken (wat haar meerdere keren is aanbevolen en waartoe ze ook is uitgenodigd) omdat ze het lot van haar volk wilde delen, lees je in deze dagboeken en brieven niets, maar je zou je haar wel willen toeschreeuwen. Ook omdat ze op een gegeven moment heel expliciet schrijft dat iedereen die op transport naar het oosten moet, een gewisse dood tegemoet gaat. Ongelooflijk, op hemelsbreed misschien anderhalve kilometer van elkaar schreven Etty Hillesum en Anne Frank hun beroemd geworden dagboeken; als ze beiden de oorlog hadden overleefd zouden ze nog veel grandioze literatuur hebben geschreven. Hillesum ging in september 1943 zelf op transport; een klein jaar voordat Anne Frank en haar familie uit het Achterhuis werden opgepakt. Hun boeken staan nu wel naast elkaar in mijn boekenkast.

15 oktober 2023

Oorlog

Groter oorlog dan die in Atjeh heeft Nederland nooit gevoerd. In tijdsduur kan hij vergeleken worden met de tachtigjarige oorlog. In dodental (meer dan honderdduizend) is hij als militair gebeuren voor ons land onvergelijkbaar. Zo begint Paul van 't Veer zijn inleiding van het boek De Atjeh-oorlog, die ergens in 1873 begon en een kleine zeventig jaar later eindigde met de Japanse invasie van Indonesië. Atjeh (in Nederlandse benaming) is het noordelijkste deel van het Indonesische eiland Sumatra en vanuit Nederlands perspectief een opstandige provincie die met alle macht onderworpen moest worden. Van 't Veer beschrijft in vier hoofdstukken de evenzovele oorlogen die de koloniale heerser tegen tegen deze opstandige provincie uitvoerde. Op papier met succes, maar geheel onderworpen werd Atjeh nooit. Ook na de Indonesische onafhankelijkheid was Atjeh een streng-Islamitisch probleemgebied. De tsunami van 2004 verwoestte Atjeh volledig, dat terzijde. In dit boek uit 1979 beschrijft Van 't Veer de vier oorlogen vanuit Nederlands perspectief, maar wel met de nodige ironie en beschaamdheid, lang voordat 'we ons' koloniale verleden tegen het licht durfden te houden (laat staan objectief). Veel aandacht voor het bestuurlijke gedoe vanuit Nederlandse kant - de strijd te velde moest uiteindelijk ook parlementair in het verre Den Haag gedekt worden. Twee Nederlanders staan centraal: Van Heutz en Snouck Hurgronje. Volledig elkaars tegenpolen, maar toch tot elkaar veroordeeld. Een prachtig boek, ook al zal deze oorlog vanuit Indonesisch perspectief geheel anders beschreven worden, en wellicht heden ten dage ook vanuit Nederlands, laat staan vanuit objectief perspectief. Maar Van 't Veer was wel de eerste!

18 september 2023

Tussendoor

Ik was ruim een half jaar bezig in twee dikke, langzaam lezende boeken. Die zijn nu net uit (weblogs volgen), maar tussendoor moest ik zo af en toe wat lichtere kost hebben. Lichter, maar niet minder prettig om te lezen. Ik werd even tijdelijk verslaafd aan wat gouwe-ouwe thrillers. Hier komen ze, in volgorde van consumeren.

Ik las nog nooit iets van Tom Clancy, desondanks bepaald geen onbekende thrillerschrijver. De Colombia Connectie dateert van 1989 en gaat over het bestrijden van de drugsmaffia in dit Zuid-Amerikaanse land. Een speciale commando moet ter plaatse een drugsbende onschadelijk maken. Het lees vlot, maar kent ook wat onnodig uitgesponnen fragmenten. En in 1989 heel modern, maar nu hopeloos achterhaald: er wordt een diskette van 800 kb geformatteerd. 

Van John Grisham staat slechts één titel in de auteurslijst, maar voordat ik in 2005 deze weblog startte had ik al een paar boeken van hem gelezen. Nu achter elkaar drie nog ongelezen titels. De verbanning is een vreemde eend in de bijt. De meeste Grishams hebben iets met rechtbanken en advocaten, maar deze totaal niet. Het gaat over een American Football-speler die in Amerika van zijn sportieve voetstuk valt en bij een Italiaanse amateurclub terecht kan. Daar wordt hij als held binnengehaald en leidt hij de club naar succes. Tegelijkertijd veel Italiaanse couleur locale: goed eten, passie en zelfs opera! Allerminst spannend, maar wel apart. En je wordt als lezer geacht de terminologie van het American Football te beheersen!

De partner is de beste van John Grisham die ik las. De laatste toegevoegde partner van het advocatencollectief zet zijn eigen dood in scène en gaat er met 90 miljoen bedrijfskapitaal vandoor. Hij wordt uiteindelijk door een allerminst zachtaardige ingehuurde detectiveclub in Brazilië opgespoord, en dan begint het ontrafelen van deze meerlaagse knoop. Tot op het einde zeer boeiend en verrassend.

In Het testament gaat het over nóg meer geld: een erfenis van 11 miljard. Heel veel kinderen en hun advocaten met dollartekens in hun ogen, maar de erfenis gaat naar een (half)dochter die als zendeling diep in het Braziliaanse Amazonewoud onvindbaar wil zijn. Minder complex dan De partner, maar eveneens zeer krachtig opgebouwd en uitgewerkt.

Mijn vader heeft in zijn boekenkast een halve meter boeken van de Zweedse schrijver Henning Mankell; ik las nu voor het eerst een thriller van hem: De terugkeer van de dansleraar. Twee ogenschijnlijk onafhankelijk van elkaar gepleegde moorden, ergens in het verlaten midden-Zweden. De puzzel wordt in 500 pagina's traag en wijdlopig gelegd, en soms ook passen de puzzelstukjes iets te toevallig. 

Ik kocht ooit op het vliegveld van Johannesburg - na twee weken ondergedompeld in Zuid-Afrika - de in het Afrikaans geschreven thriller 13 uur van Deon Meijer. Een collega uit die tijd las het in die taal en zei dat het na enkele pagina's las alsof het Nederlands was. Ik probeerde het, maar dat ging niet. Nu dan in de Nederlandse vertaling. Binnen 13 uur twee eveneens onafhankelijk van elkaar gepleegde moorden en de oplossing ervan door een groot politieteam. Klassiek opgebouwd, spannend tot het einde. En tja, het speelt allemaal in Kaapstad - de genoemde straatnamen: ik heb er gelopen, gefietst...

08 september 2023

Vijg

Van Elif Shafak las ik enkele jaren geleden twee zeer geslaagde romans: Liefde kent veertig regels (hier de weblog) en 10 minuten 38 seconden in deze vreemde wereld (zie hier) en nu haar nieuwste roman Het eiland van de verdwenen bomen. Wederom een zeer goede roman, uiterst poëtisch, en heel klassiek. Centraal staat het eiland Cyprus, waar vanaf eind jaren vijftig tot ver in de jaren zeventig een in toenemende mate bloedige burgeroorlog woedde tussen de Turkse en Griekse bevolkingsgroepen. Klassiek gegeven: de liefde tussen twee jongelingen, de een met een Griekse, de ander met een Turkse achtergrond. Daartussen hoofdstukken die spelen in Londen rond 2010, waar hun dochter niet met dat zware verleden opgroeit, maar wel haar eigen besognes heeft. Als alwetende getuige de vijgenboom (en de stek ervan) die alles heeft gezien en duidt. Zwierig, oriëntaals, aangrijpend, poëtisch en gewoon erg fraai, deze roman.

28 augustus 2023

Boekenweek 2023

Ik woon weliswaar niet meer in Nederland, ik weet toch ieder jaar wel het boekenweekgeschenk te bemachtigen. Dit jaar van Lize Spit die een jaar of acht geleden met haar debuut Het smelt de bestsellerlijsten haalde. Zie hier mijn weblog uit 2016 over dat boek. Zoals dat debuut mij niet overtuigde, ondanks de goede opbouw, zo vind ik ook De eerlijke vinder uiteindelijk niet geslaagd. Goed gegeven: Tristan, een Kosovaarse jongen, komt als vluchteling in een klas en raakt bevriend met Jimmy. Het Kosovaarse gezin dreigt te worden uitgezet maar Tristan bedenkt samen met zijn zus een plan om te mogen blijven. Jimmy is onmisbaar onderdeel van dat plan. Goed bedacht, de spanning fraai opgebouwd, maar de afloop is teleurstellend. Daar had meer in gezeten, wellicht wanneer Spit zich niet beperkt voelde door de voorgeschreven maximale omvang van een boekenweekgeschenk. Maar ja, in het omvangrijke Het smelt deed zich hetzelfde euvel voor. Ik schreef het al eerder: boekenweekgeschenken zijn zelden goed. Ook De eerlijke vinder: een zesje.

29 juli 2023

Whisky

Ik lig inmiddels acht te beschrijven boeken achter, dus in deze weblog meteen twee boeken tegelijkertijd, beide van F. Springer. Van hem staan tot nu toe slechts twee boeken in de auteursindex, terwijl ik eigenlijk al zijn boeken heb gelezen. Dus voordat ik in 2005 deze weblog startte. Nu achter elkaar twee romans uit de eerste helft van de jaren tachtig die hem bekend maakten bij een breder publiek. Ik herlas eerst Bougainville, en vervolgens Quissama. Ik las ze voor het eerst in respectievelijk 1985 en 1992. Ze zijn min of meer op dezelfde leest geschoeid: een diplomaat of zakenman wordt naar verweggistan gestuurd: in Bougainville is de standplaats Dacca, de hoofdstad van Bangladesh, en in Quissama de hoofdstad van Angola: Luanda. De kern van beide verhalen speelt net nadat Bangladesh en Angola onafhankelijk zijn geworden en waar de nieuwe regering probeert de chaos de kop in te drukken. De westerse diplomaten/zakenlui hangen veel in hotelbars of andere etablissementen, waar met andere westerlingen veel wordt geouwehoerd en whisky gedronken. En in beide romans is er ook nog een tweede verhaallijn, die uiteindelijk voor de tragische afloop zorgt. Typisch Springer, deze dubbele laag. En zijn vlotte stijl is eigenlijk uniek in de Nederlandse literatuur. Ik ga zeker meer Springers herlezen.

20 juni 2023

Meer 3

Meteen maar een volgend boek, nu in de serie van het herlezen van gouwe ouwe: De aanslag van Harry Mulisch. Ik kocht het boek op 20 januari 1983 (voor fl. 24,50) - dat doe ik nog altijd: ik schrijf voorin datum en prijs van aanschaf. Wat ik nooit doe, maar bij dit boek kennelijk wel: ik schreef achterin wanneer ik het boek las: van 21-27 januari 1983 (dus direct nadat ik het kocht), en van 24-26 januari 1989. Nu maar meteen ook deze derde keer erbij geschreven: van 17 tot 19 maart 2023. Deze dateringen passen wel een beetje bij deze roman, misschien wel Mulisch's meest succesvolle. Want naast die pagina achterin met de data waarop ik het boek las, staat de inhoudsopgave: een proloog en vijf episodes, ieder met een jaartal erbij. Ik hoef 'de aanslag' hier niet te beschrijven; ik denk dat iedereen dit boek ooit wel eens gelezen heeft (en/of de verfilming gezien). Maar die jaartallen van de episodes typeren de aanpak van Mulisch: momenten uit de na-oorlogse geschiedenis koppelen aan het uiteenrafelen van wat er die avond in Haarlem begin 1945 precies gebeurde. Ofwel: alles hangt met elkaar samen. Enerzijds goed geconstrueerd, en door het dramatische begin een ijzersterk boek. Maar tegelijkertijd ook wat technisch, over-gestructureerd. Enfin, alleszins het herlezen waard!

Fax3

Ik lees dezer weken niet heel veel, het is druk, ik luister veel muziek, en omdat ik in twee dikke, nogal doorwrochte boeken bezig ben; allesbehalve pageturners. Maar wel mooie boeken - ooit komen ze hier voorbij. Tegelijkertijd lig ik zo'n zes weblogs achter. Allesverpletterende. Faxen aan Ger las ik in februari/maart, dus heel scherp voor de geest staan de details van dit boek van Nicolien Mizee niet meer. Wel dat het gewoon een heerlijk vervolg is op het tweede deel (zie hier). Mizee laat haar ik-persoon met dezelfde naam lekker doorkletsen, maar soms is het uiterst hilarisch, deze in faxen gegoten dagboekbrieven. Er staat nog een ongelezen vierde deel Faxen aan Ger-deel in mijn kast - dat ga ik na de twee dikkerds zeker lezen.

29 mei 2023

Boekenweek 1985

Er staan nog voldoende ongelezen boeken in mijn boekenkast, en heel af en toe lees ik er een om in ieder geval het percentage ongelezen boeken te verlagen. Het boekenweekgeschenk van Remco Campert uit 1985 kreeg ik op 24 maart van dat jaar, en verhuisde ik sindsdien ongelezen vele malen, maar pas nu las ik het, helaas met weinig plezier. Somberman's actie is een saai en sloom verhaal over een werkloze die zijn dagen in ledigheid doorbrengt, een beetje heen en weer wandelt door de stad, naar de kapper gaat en koffie drinkt bij een bejaarde buurvrouw. Zijn eigen vrouw die wel werkt krijgt steeds meer een hekel aan hem. Uiteindelijk wordt Somberman ingeschakeld door een linkse actiegroep om die toegang te verlenen tot het failliete warenhuis waar hij voorheen werkzaam was. Daar willen ze protesteren tegen de werkloosheid, en Somberman begaat daar zijn actie: het in de fik steken van wat rondslingerende paperassen. Dat brandje wordt echter al op dezelfde pagina geblust, en dat was het dan. Tja, Remco Campert werd bij zijn overlijden vorig jaar juli geprezen als een groot literator maar ik heb nog nooit iets bevredigends van hem gelezen Ok, vooruit, zoveel heb ik ook niet van hem gelezen. Maar na dit suffe boekje staat hij bepaald niet hoger op mijn lijst met (verder) te ontdekken auteurs.

13 mei 2023

Postuum


Alles echt gebeurd van Jeroen Brouwers is een meesterlijk boek dat de lezer meeneemt op een emotionele reis door de herinneringen en ervaringen van de auteur. Het is een verzameling van korte verhalen en persoonlijke anekdotes die samen een prachtig geheel vormen. Wat dit boek zo bijzonder maakt, is de manier waarop Brouwers zijn persoonlijke geschiedenis verweeft met bredere thema's en gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis. Door deze verhalen op deze manier met elkaar te verbinden, weet Brouwers de lezer te raken en te inspireren. Het is ook opvallend hoe eerlijk en openhartig Brouwers schrijft over zijn eigen leven en ervaringen. Hij schuwt de moeilijke onderwerpen niet en beschrijft ze op een zeer realistische manier, zonder te vervallen in overdreven sentimentaliteit of drama. Brouwers' schrijfstijl is ook bewonderenswaardig. Hij heeft een scherp oog voor detail en kan de lezer moeiteloos meenemen in zijn wereld. Zijn proza is soms poëtisch, soms scherp en altijd doordringend. Alles echt gebeurd is een meesterwerk van een van de meest getalenteerde en geprezen auteurs van Nederland. Het is een must-read voor iedereen die op zoek is naar een diepgaand, ontroerend en meeslepend boek dat je nog lang bij zal blijven.

Aldus ChatGPT na het invoeren van de opdracht: een positieve recensie van Alles echt gebeurd van Jeroen Brouwers. Geen letter, spatie of accent aan veranderd. Ik zou zelf zo'n tekst nooit geschreven hebben; het klopt ook niet bepaald. Want de uitspraak 'Door deze verhalen op deze manier met elkaar te verbinden...' is onwaar: het boek werd na de dood van Brouwers (een jaar en twee dagen geleden) samengesteld, verhalen en anekdotes bundelend die moeilijk of niet meer verkrijgbaar zijn, maar als geheel wel een fraaie dwarsdoorsnede van de belangrijkste thema's uit zijn schrijverschap presenteren. Behalve deze beginzin en de volledige laatste marketingzin klopt de rest van de tekst, ook al ontbreekt persoonlijkheid erin totaal. Maar goed, mijn eerste ChatGPT experiment. Voor de rest: Alles echt gebeurd is een postuum verschenen bundel die liefhebbers van Jeroen Brouwers zich niet mogen ontzeggen. Ik moest schateren om de uitspraak, waar hij probeert een ex libris uit een boek te verwijderen, dat dat ex libris was vastgehecht met 'plaksel van hardnekkige kwaliteit'. Het woord plaksel was gebruikelijk toen ik op de lagere school zat; nadien nooit meer gebruikt, gehoord en gelezen. Tot nu dus. Moge nog veel ongepubliceerd werk - ik neem aan ontelbare brieven - van Brouwers gepubliceerd worden.

29 maart 2023

Date

Tot een jaar geleden had ik nog nooit van de Franse schrijver Édouard Louis gehoord, en nu las ik een vierde boek van hem; zie voor de weblogs van die drie eerdere boeken de auteursindex hiernaast. Geschiedenis van geweld is wederom een autobiografische roman, in Frankrijk verschenen in 2016 en zich afspelend in 2014. Na een bezoek aan vrienden op kerstavond wordt de ik-persoon vlakbij zijn huis in Parijs aangesproken door een andere jongeman die erop aandringt met de ik-persoon mee naar binnen te gaan. Dat gebeurt, ze hebben sex, maar snel daarna verandert de houding van de gast, die de ik-persoon vervolgens verkracht en bijna vermoordt. Uiteindelijk gaat de dader ervandoor. Deze gebeurtenis, de gang naar de soa-poli, de politie en het hulp zoeken bij zijn zus en vrienden wordt niet-chronologisch in flarden verteld, grotendeels door de ik-persoon maar deels ook door zijn zus die door hem wordt afgeluisterd terwijl zij het verhaal aan haar vriend vertelt. Dat brokkelige maakt dat je het boek van 200 pagina's in een vloek en een zucht uitleest. Boeiend, soms ook wel erg neurotisch allemaal. Op het achterplat enkele citaten uit recensies. Ik verbaas me enorm over zo'n uitspraak (in De Morgen): 'Wonderboy Édouard Louis laat de Franse literatuur opnieuw op haar grondvesten daveren.'

23 maart 2023

Precair

Dit is voor het eerst dat ik overwoog om over twee gelezen boeken geen weblog te schrijven. Het onderwerp in beide boeken is zo gevoelig dat een onbegrepen woord of zin tot ellende kan leiden. Het gebeurde onlangs Pim Lammers, de kindenboekenschrijver, die door mensen die nooit verder komen dan het lezen van twee zinnen achter elkaar met de dood werd bedreigd om iets wat hij niet bedoelde. Omdat ook deze weblog online komt is het lastig een analyse te geven van deze twee boeken zonder valselijk beschuldigd te worden. Want ik las van kinderboekenschrijver Ted van Lieshout twee boeken voor volwassenen waar vriendschap tussen minder- en meerderjarigen centraal staat. Ik las een zeer positieve recensie van het onlangs verschenen Beitelaar en al googlend leerde ik dat Van Lieshout in 2012 al een roman over een min of meer gelijk onderwerp publiceerde: Mijn meneer. Beide romans zijn gebaseerd op eigen ervaringen, en beide boeken vertellen het verhaal vanuit het perspectief van de jongeling. In Mijn meneer is deze 11, in Beitelaar 15 jaar oud. Gaat de vriendschap in Mijn meneer te ver, is er sprake van aanwijsbare strafbare handelingen, in Beitelaar is het de jongeling die meer wil, terwijl de volwassene er niets van wil weten. Van Lieshout voegt aan Mijn meneer een interessant nawoord toe, waarin hij het gebeurde vanuit zijn (volwassen) optiek beschouwt. De kern: ja, het ging te ver, maar ik heb het toen en ook nadien niet als zodanig ervaren. Enfin, dat is de kracht van literatuur: die dwingt tot nadenken, positie bepalen, reflectie. Niet om de huidige communis opinio te veranderen. Maar altijd goed om die opnieuw te bekijken en te bevestigen. Beitelaar is overigens veel meer interessant dan alleen die relatie tussen de jongere en oudere. Het is een prachtige, veelgelaagde roman over verleden en heden, zich afspelend op en rondom een kerkhof.

06 maart 2023

Geld

De serie privé-domein breidt af en toe uit met delen die je niet aan je voorbij kan laten gaan, ook al heb je van de betreffende schrijver (nog) nooit iets gelezen. Ik wist helemaal niets van de Franse dichter Charles Baudelaire (1821-1867) maar een goede recensie van Mijn hoofd is een zieke vulkaan. Brieven wakkerde mijn interesse aan. Het is een prachtig boek, deze selectie brieven vertaald en bezorgd door Kiki Coumans. Baudelaire's vader overleed toen hij vijf jaar was, zijn moeder hertrouwde en toen hij meerderjarig werd begon hij zijn erfenisdeel er in hoog tempo doorheen te jagen. Ook werd hij niet de nette burgerman met een mooie carrière die zijn moeder, stiefvader en broer graag wilden, maar een in hun ogen spilzieke dandy in Parijs. Al snel werd hij door zijn moeder onder curatele gesteld, waar hij tot zijn vroege dood vreselijk onder geleden heeft. Veel van zijn brieven gaan dan ook over geld en de beperkingen die het tekort daaraan tot gevolg had. Wanneer hij in 1857 Les Fleurs du Mal publiceert is het schandaal geboren en zijn er ineens ook brieven van en aan Flaubert, Hugo, Manet en zelfs Wagner. Een mooie verzameling die je een goed beeld geven van deze eigenzinnige dichter. Ik ben geen gedichtenlezer, maar heb de vertaling van Les Fleurs du Mal wel onlangs gekocht.

20 februari 2023

Single

Zo'n veertig procent van de huishoudens in Nederland is een eenpersoonshuishouden. Daar zitten relatief veel ouderen en jongeren bij, maar ook bij de middenleeftijden neemt het aantal eenpersoonshuishoudens toe. Ook ik behoor daartoe. Daniel Schreiber schreef een goed ontvangen boek over het alleen zijn: Alleen. Wat betekent het om alleen te zijn. Hoewel hij ruim tien jaar jonger is dan ik, is zijn achtergrond vrij vergelijkbaar met die van mij: enkele relaties achter de rug, inclusief samenwonen, en homoseksueel. Ik meende een boek te gaan lezen dat me interessante inzichten zou bieden in het alleenstaand zijn, maar het stelde me teleur. Schreiber citeert weliswaar een aantal boeiende filosofen en psychologen, maar zijn verhaal ademt grotendeels een negatieve sfeer. Eigenlijk voelt hij zich (te) eenzaam, wil hij diep in zijn hart graag 'aan de man' of beter: een heuse warmbloedige liefdesrelatie, en de coronaperiode met de lockdowns hakte er bij hem flink in. Ikzelf heb dat allemaal niet, en de lockdowns vond ik bij tijd en wijlen zelfs prettig: hoi, ik moet verplicht alleen zijn, laat ik daar nu allerminst moeite mee hebben. Ik verheerlijk niet het alleen-zijn, iedere leefvorm cq. burgerlijke staat heeft zijn voor- en nadelen, maar het boekje van Schreiber is meer een persoonlijke zelfanalyse van een gemis dan een objectieve verhandeling over die voor- en nadelen. 

05 februari 2023

Chef 1

Het nieuwe (lees)jaar begonnen met het eerste deel van de tweedelige biografie van de tweede chefdirigent van het Concertgebouworkest: Willem Mengelberg (1871-1951). Een biografie 1871-1920 was bij verschijnen in 1999 de eerste objectieve en gedegen biografie van deze grote dirigent, die van 1895 tot in de Tweede Wereldoorlog van het Concertgebouworkest een eersteklas symfonieorkest maakte, grote componisten uitnodigde om hun werk in Amsterdam te dirigeren en in Nederland een steeds populairder publieke figuur werd. In dit eerste deel beschrijft Frits Zwart in gelukkig niet al te uitgebreide hoofdstukken de jeugd, studietijd en eerste verbintenissen als dirigent, waarna al snel de aanstelling in Amsterdam volgt. Daarna reist de ster van Mengelberg snel; allerwegen wordt hij als een groot dirigent beschouwd. Een tweede chefdirigentschap in Frankfurt en uitnodigingen uit Amerika en elders onderstrepen dat. Helaas zijn er uit deze periode geen opnames voorhanden die dat kunnen bewijzen, maar Zwart citeert voldoende bronnen (recensies van concerten, uitspraken van componisten als Mahler en Richard Strauss) die bewijzen dat Mengelberg een dirigent van grote klasse was. Zwart besteedt aparte aandacht aan de nauwe band die Mengelberg met Mahler en Strauss onderhield, en eindigt dit deel met het grote Mahlerfeest in 1920, een onbetwist hoogtepunt in de carrière van Mengelberg, maar daarnaast een voor die tijd unieke en vooruitstrevende artistieke gebeurtenis. Zwart was conservator bij de muziekafdeling van het Haags Gemeentemuseum waar het Mengelbergarchief is ondergebracht. Hij beschikte dus over de belangrijkste bronnen voor deze biografie, en ofschoon hij soms iets te droog/ambtelijk schrijft, is dit een uiterst onderhoudende biografie. Het tweede deel volgt spoedig.

28 januari 2023

Cirkel

In het nieuwe jaar heb ik inmiddels vijf boeken gelezen, maar er restte nog een tweetal die ik eind december las: twee delen Geheim dagboek van Hans Warren: Geheim dagboek 1987-1990 en Geheim dagboek 1990-1992. Hiermee is op deze weblog een cirkel voltooid: in november 2005 besprak ik hier als een van de eerste posts het deel 1987-1990 (zie hier de weblog) en in september 2006 het deel 1990-1992 (zie hier de weblog). Ik sta nog steeds achter wat ik toen over deze twee delen schreef; ik hoef er ook niet veel aan toe te voegen. De literaire zaken gaan goed, er wordt veel kunst gekeken en gekocht en de relatie met Molegraaf gaat meestal goed, maar vliegt soms volledig uit de bocht. Opvallend detail: aan royalty's komen forse bedragen binnen, maar kennelijk houden Warren en Molegraaf geen deel ervan achter voor de belasting. Iedere aanslag komt als een verrassing, en dan moet er weer bezuinigd worden. Dit jaar hoop ik de resterende delen te lezen!

02 januari 2023

3-in-1

Als het einde van het jaar nadert moet ik op mijn tellen passen. Omdat ik al ruim dertig jaar het aantal gelezen boeken en gelezen pagina's per jaar bijhoud, moet ik in principe op 31 december een laatste boek uitgelezen hebben, en mag ik pas op 1 januari aan een nieuw boek beginnen. Een dagje smokkelen is OK, maar niet meer dan dat. Enfin, ik zette in december een eindsprint in (hierna nog een weblog met twee laatste boeken), maar eerst in enkele dagen drie boeken die ik cadeau kreeg van dierbare vrienden. De eerste twee las ik in een uur uit, de laatste in de twee dagen erna.

Allereerst een klein boekje (je hebt het in 10 minuten uit - het schrijven van deze alinea erover duurt langer) met het sprookje van de wolf en de geitjes, maar dan in het Amsterdams (Bargoens): De wollef en de seve geitjes. Ik kende die versie al: het stond in mijn verplicht aan te schaffen leerboek Nederlands voor de havo-brugklas. Ik haalde mijn boekenpakket op, en mijn vader bladerde thuis in dat boek voor het vak Nederlands, en daar las hij deze Bargoense versie van dat sprookje; hij schaterde het uit. Het is ook grappig, maar als 12-jarige zie je de humor er niet van in. De wolf heeft zes van de zeven geitjes opgegeten, en uiteindelijk snijdt moeder zijn buik open: De ses geitjes spronge der ontiegelijk rap uit en se riepe in koor: Jottem! Daar benne we weer!

Meteen erna las ik iets geheel anders, cadeau van een vriend uit Culemborg, uit de serie Culemborgse 'voetnoten': De spoorbrug bij Culemborg 1868-2018. Een fraai geschreven en vooral: geïllustreerd boekwerkje in oblongformaat over de bij in oplevering in 1868 langste spoorbrug van Europa: met name over de bouw ervan en over de vervanger uit 1982. Ik heb als treinpassagier over beide bruggen gereden. Ofschoon de Waal bij Zaltbommel breder en woester is, is het uitzicht vanuit de trein als je de brug bij Culemborg overgaat veel mooier, idyllischer, Hollandser. Fijn dat er mensen zijn die zich inzetten om over dit soort erfgoed boekjes te publiceren!

Tenslotte een verrukkelijk dierenverhaal van Piet Bakker, waarschijnlijk ergens uit begin jaren zestig: Pia. Een tragikomisch verhaal over een huiskat op een bovenwoning in Amsterdam die opeens een jonge hond als mede-huisgenoot te verduren krijgt. Met verfijnd taalkundige precisie schetst Bakker het ongenoegen van de kat (de verteller van het verhaal) en ook: de verschillen tussen kat en hond. Midas Dekkers beschreef die verschillen ooit subliem door hun liefhebbers ervan te karakteriseren. Grofweg: hondenliefhebbers houden van voetbal, popmuziek en bier. Kattenliefhebbers van boeken lezen, klassieke muziek en wijn. Piet Bakker schreef een verhaal met vergelijkbare tegenstellingen, in grandioos archaïsch taalgebruik. Het boek bestaat voor ruim eenderde uit tekeningen van Eppo Doeve die de kracht van het verhaal van Piet Bakker prachtig versterken. Een boek waard om op te sporen. 

30 december 2022

Moord

Het is alweer een tijd terug dat ik een deel las uit de Russische Bibliotheek van uitgeverij Van Oorschot. Ik heb inmiddels ruim een meter van die boeken gelezen maar er is nog veel te ontdekken. Van Fjodor Dostojevski las ik ooit, nog voordat ik in 2006 deze weblog begon, De gebroeders Karamazov, en daarna nooit meer iets van hem. Nu dan Misdaad en straf, in de moderne vertaling van Hans Boland. Dat moet er meteen bij gezegd, want daar is nogal het nodige over gezegd en geschreven, omdat Boland eigentijdse Nederlandse uitdrukkingen gebruikt die Dostojevski niet zo gekend kan hebben. Maar zonder op die details in te gaan: het boek leest als een trein, het Nederlands is vloeiend zoals weinig Nederlandstalige schrijvers schrijven. En voor de rest: het is een thriller (de eerste ooit, volgens sommigen) waarin treurnis en humor voortdurend stuivertje wisselen. De hoofdpersoon Raskolnikov wordt omringd door een bonte stoet kleurrijke figuren die allen een verhaal te vertellen hebben. Tja, dan kom je vanzelf op ruim 600 pagina's. In de epiloog concentreert Dostojevski zich tot de essentie, en daarin staan alinea's om in te lijsten. Ik weet niet of ik Misdaad en straf een meesterwerk vind, maar het is wel een boek dat je gelezen moet hebben. Ik heb me er drie weken enorm mee vermaakt.

28 december 2022

Opnieuw

In augustus herlas ik Bezonken rood van Jeroen Brouwers, een roman die ik rond mijn twintigste las en pas nu opnieuw (zie hier de weblog). Zo zijn er nog veel meer boeken die om herlezing vragen: toentertijd stonden ze in het middelpunt van de (of mijn) belangstelling, golden als het beste van de betreffende schrijver, maar hoe houden ze na 30 jaar stand? Ook: ik las ze toe ik rond de twintig was, soms zelfs eerder, als middelbare scholier, daarna nooit meer. Kon ik toen die boeken überhaupt op waarde schatten? Enfin, ik ga de komende tijd mijn boekenkast opnieuw ontdekken. Na Bezonken rood nu Een vlucht regenwulpen van Maarten 't Hart. Ik las het in 1982 toen ik anderhalve maand bij mijn oom en tante woonde; zij hadden een exemplaar in hun kast staan. Ik heb een uitgave uit De grote lijsters-serie van Wolters Noordhoff uit 1990, maar ik las dat exemplaar nooit, tot nu. En ja, ook deze doorbraak van Maarten 't Hart is alleszins de moeite van het (her)lezen waard. Typisch 't Hart: autobiografisch, heden en verleden vervlechtend, soms wat onbeholpen geschreven maar altijd oprecht uit het hart. En vol prachtige passages die je uit duizenden herkent, ook al heb je ze zelf niet meegemaakt. Ik zag ooit ook de verfilming, en bij vlagen kwamen passages daarvan tijdens het lezen in mijn herinnering, maar het boek is zoals bijna altijd sterker dan de verfilming ervan. Dat Maarten 't Hart nog niet de PC Hooftprijs is toegekend is een grof schandaal; hij is een schrijver die sinds eind jaren zeventig een constante stroom aan verrukkelijke boeken schreef. Ik ga zeker nog meer van zijn eerdere boeken herlezen, maar ook andere oude bekenden komen hier te zijner tijd voorbij. 

20 december 2022

Kloten

Ruim anderhalf jaar geleden las ik de roman Wildevrouw van de Vlaming Jeroen Olyslaegers, een historische roman in boeiend-archaïsche taal geschreven (zie hier de weblog). Allerwegen werd zijn eerdere roman Wil hoog aangeschreven; ik las het onlangs. Interessant: eerder dit jaar las ik De draaischijf, de jongste roman van Tom Lanoye, over de bezettingsjaren '40-'44 in Antwerpen (deels ook in Den Haag). Lanoye wilde een krachtige oorlogsroman schrijven waar er in de Vlaamse literatuur in tegenstelling tot de Nederlandse niet veel van zijn. Hoe goed dat boek ook is (zie hier de weblog), al zes jaar eerder verscheen Wil van Jeroen Olyslaegers, waarmee De draaischijf opvallend veel gelijkenissen vertoont (of beter: De draaischijf vertoont veel gelijkenissen met Wil). In beide boeken is een artistiek ik-persoon aan het woord die op late leeftijd terugkijkt naar de oorlogsjaren in Antwerpen. En beiden stellen zich moreel-ambigu op: een beetje meeheulend, en een beetje in het verzet. Wil is sterker dan De draaischijf, minder breedsprakig, kernachtiger en ook meeslepender. Het viel me tijdens het lezen op dat Olyslaegers veel Vlaamse uitdrukkingen met 'kloten' hanteert. Nadat ik het boek gelezen had en op internet wat over het boek opzocht, zag ik een Youtube waarin Olyslaegers de hoofdpersoon eveneens met een Vlaamse uitdrukking typeert: als een tweezak, iemand die niet kon kiezen tussen meeheulen en zich verzetten. Prachtig uitgewerkt in deze roman!

30 november 2022

Achtergrond

Vlak voordat en nadat ik in januari 2021 naar Portugal verhuisde las ik enkele boeken om me 'in te lezen', met name Komrij en Woudstra - zie de auteurslijst hiernaast. Een vriendin stuurde me onlangs per post een boek dat ik toen eveneens gekocht en gelezen zou hebben indien ik het had opgespoord. Maar goed, daar zijn vriendinnen voor om je verder te helpen. De suffe titel Portugal! Portugal! Portugal! (verschenen in 2019) biedt een prachtige verzameling essayistische verhalen waarin schrijfster Lieke Noorman een achttal karakteristieke facetten van het Portugese leven en de Portugese geschiedenis uitwerkt. De Fado, het studentenleven in Coimbra, Bacalhau, dictator Salazar, Fátima en nog een paar: onderwerpen die zeker niet alles vertellen over, maar wel een goede basis leggen van wat in Portugal waardevol gevonden wordt. Ik begon najaar 2020 mijn Portugese leven in Coimbra, een week waarin ik op zoek ging naar een huurplek om van daaruit verder te zoeken, en sindsdien is Coimbra - op drie kwartier rijden waar ik nu woon - voor mij een stad die ik in mijn hart gesloten heb; ik kom er zeker eens per maand. Noormans beschrijving van het studentenleven past in het beeld hoe ik de stad ervaar. Noorman maakt zich er niet gemakkelijk vanaf; ieder onderwerp krijgt gemiddeld een kleine 40 pagina's tekst. Ofwel: goede onderzoeksjournalistiek. Een mooi boek dat een vertaling in het Portugees verdient.

24 november 2022

Aanslag

Na een paar taaie boeken was ik toe aan een pageturner; zo'n boek waar je als je erin begint te lezen opeens zestig pagina's verder bent. Ik kreeg Fidelio leeft nog van een goede vriendin cadeau en het voldeed precies aan mijn leesbehoefte. De achternaam is natuurlijk goed bekend, maar van Jonathan van het Reve, kleinzoon van Karel, had ik nog niet eerder gehoord. Hij is o.a. tekstschrijver voor Arjen Lubach, en beheerst de vlotte pen. In deze roman, eigenlijk zijn eerste, staat een terroristische aanslag gelijk aan die op de redactie van Charlie Hebdo centraal, maar nu gesitueerd in Amsterdam, en deze keer op de redactie van een populair televisieprogramma. De centrale man van dat tv-programma Fidelio is de enige overlevende, net als de ik-persoon die te laat op het werk verschijnt. Het verhaal concentreert zich vervolgens op de vraag waarom Fidelio de aanslag overleefde, en hoe die persoonlijk wraak wil nemen op een van de twee terroristen die wist te ontkomen. De ik-figuur steekt tegen de flamboyante Fidelio bijzonder flets en soms zelf suf af, maar Van het Reve bouwt de spanning goed op, en zet je als lezer uiteindelijk toch op het verkeerde been. Geen meesterwerk, want er zijn wat losse eindjes, maar dit is gewoon een heerlijk boek waar ik precies aan toe was.

12 november 2022

Mysterie

Ik las de afgelopen jaren biografieën van de componisten Schubert (hier), Beethoven (hier) en Bach (hier) en een biografie van Giuseppe Verdi stond stond sindsdien bovenaan mijn verlanglijst. Op internet werd die van Mary Jane Phillips-Matz (in het Engels) als beste bestempeld, dus ik kocht het online via de Slegte in Nederland. De verzendkosten waren zelfs meer dan de prijs van het boek; ik nam de foto hierboven in april j.l. vlak nadat het was bezorgd. Verdi. A biography bleek een taaie pil van bijna 800 pagina's exclusief noten etc. waar ik een half jaar over deed. Philips-Matz verschaft slechts de feiten, verzameld uit brieven, documenten, archieven waar anderen nooit eerder toegang toe hadden. Tja, dan is het een - voor Verdi-kenners - verhelderend boek. Maar je komt helemaal niets te weten over zijn muzikale drijfveren, over de kern van zijn compositorische uniciteit. Na al die 800 lange pagina's snap ik nog steeds niet hoe Verdi tot al die geweldige stukken kwam, van het slavenkoor uit Nabucco (zijn derde opera) tot en met Otello en Falstaff. Ik raak niet uitgeluisterd op Don Carlos, Il Trovatore, MacBeth, La forza del destino, Un ballo in maschera, Ernani, Nabucco, Otello, Simone Boccanegra, Aida, La traviata, Rigoletto en andere... Geen woord in deze biografie hoe Verdi deze meesterwerken componeerde, ze waren er opeens. Wel over hoe hij zich druk maakte over de uitvoeringen, over zijn reizen naar Parijs, Londen, Sint-Petersburg, etc. Verdi's verhouding tot vrouwen, met name Strepponi (met wie hij in het geheim trouwde) en daarna Stolz (beiden ideale Verdi-sopranen, volgens hemzelf) krijgt meer aandacht dan de ontstaansgeschiedenis van welke van zijn opera's ook. Ik ben een enorme liefhebber van Verdi, hoorde twee keer in de Scala van Milaan een Verdi-opera (hier en hier), maar in mijn zoektocht om het mysterie achter die fantastische muziek te weten te komen moet ik verder zoeken. Deze vuistdikke pil van Phillips-Matz leerde me een hoop feiten, maar niets over het mysterie.

Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.